Het hoge tarief voor de winstbelasting gaat niet omlaag zoals vorig jaar toegezegd. Het lage tarief daalt wel, wat gunstig is voor kleinere bedrijven. Er komt een nieuwe investeringsaftrek. Daarover zou het kabinet het eens zijn.
Grote bedrijven zwaarder belast
Het hoge tarief voor de winstbelasting blijft 25%. Het tarief in de lage schijf, waartegen dit jaar winst tot €200.000 wordt belast, gaat wel volgens plan omlaag, van 16,5% naar 15%. Deze schijf wordt vanaf volgend jaar bovendien in twee stappen verlengd naar winsten tot €400.000. Dat levert structureel €1,3 miljard lastenverlichting op. Conform de voorstellen van commissie-Ter Haar wordt het aantal aftrekposten van grote bedrijven en multinationals beperkt. Dat levert €700 miljoen op.
Investeringsaftrek
Wel komt er een extra aftrek voor investeringen, de ‘Baangerelateerde Investerings Korting’ of BIK. Bedrijven die investeren kunnen korten op hun loonheffing. Dat werkt nu ook al zo met de subsidies voor onderzoek en ontwikkeling. Zelfstandigen krijgen een extra verlaging van hun fiscale aftrek. Die gaat omlaag naar €3200. Dit jaar is de aftrek nog ruim €7000. Zzp’ers zouden daar voorlopig niets van merken, omdat de arbeidskorting omhoog gaat en het lage tarief voor de inkomstenbelasting daalt met 0,2 procentpunt, tot 36,9%.
Spaarders
Voor paren gaat de vrijstelling van belasting op vermogen (box 3) omhoog naar €100.000, voor individuele belastingplichtigen de helft. Nu is dat nog respectievelijk €62.000 en €31.000. Verder kan het personeel in de zorg volgend jaar opnieuw rekenen op een bonus, dit keer van €500. Dit jaar is die nog €1000. Starters op de woningmarkt worden, mits ze niet ouder zijn dan 35 jaar, vrijgesteld van de overdrachtsbelasting van 2%. De aankoopbelasting voor bedrijfspanden gaat van 6% naar 8%.
Investeringsfonds
Deze plannen, waarover het kabinet het eens zou zijn, worden op Prinsjesdag gepresenteerd. Dan komen er ook nadere details over het langverwachte Wopke-Wiebes-investeringsfonds. Het kabinet wil alvast €20 miljard reserveren, uit te smeren over vier of vijf jaar. Het fonds is bedoeld voor investeringen in innovatie en duurzaamheid, infrastructuur en leervermogen en moet het ‘duurzame verdienvermogen’ van Nederland versterken.
Bron: Accountancy van morgen