Op 6 mei is er een besluit gepubliceerd over een betaalpauze voor rente en aflossing van de eigenwoningschuld. Met dit besluit heeft de Staatssecretaris geldverstrekkers de mogelijkheid gegeven om hun schuldenaren de aflossingsachterstanden, als gevolg van de coronacrisis, op een andere wijze te laten inhalen dan wettelijk is voorgeschreven, zonder dat daarbij de aftrek van rente verloren gaat.
Het besluit geldt voor betaalpauzes die aan de volgende drie voorwaarden voldoen:
- de belastingplichtige heeft tussen 12 maart en 30 juni 2020 bij zijn geldverstrekker gemeld dat hij (dreigende) betalingsproblemen heeft door de uitbraak van het coronavirus;
- de belastingplichtige en de geldverstrekker zijn als gevolg hiervan een betaalpauze overeengekomen, die uiterlijk op 1 juli 2020 ingaat, en die schriftelijk door de geldverstrekker wordt bevestigd; en
- deze betaalpauze heeft een looptijd van maximaal zes maanden.
Wanneer de lening niet bij een bank, maar bij de eigen BV of bij familie is aangegaan, gelden tevens de volgende twee voorwaarden:
- de belastingplichtige heeft als gevolg van de uitbraak van het coronavirus een terugval in arbeidsinkomen van ten minste 20% over een periode van drie aaneengesloten kalendermaanden of verwacht deze redelijkerwijs te hebben, waarbij:
♦ de periode van drie aaneengesloten kalendermaanden moet aanvangen in het tijdvak vanaf 1 maart 2020 tot en met 1 juli 2020;
♦ om te bepalen of sprake is van een terugval van ten minste 20% wordt het arbeidsinkomen uit de periode onder 1 vergeleken met:
1. 1/4 deel van het totale arbeidsinkomen over 2019; of
2. het arbeidsinkomen in het tijdvak 1 januari 2020 tot en met 31 maart 2020;
en - de belastingplichtige moet aannemelijk kunnen maken dat hij aan alle voorwaarden voldoet, waarbij voor voorgaande voorwaarde geldt dat de belastingplichtige de terugval aannemelijk moet kunnen maken op basis van een reële schatting of al beschikbare gegevens.
Werking van het besluit
Het besluit geldt onder voorwaarden ook voor al vóór de publicatie van dit besluit overeengekomen betaalpauzes in verband met de uitbraak van het coronavirus.
De betaalpauze kan ook fiscale gevolgen hebben voor het moment waarop de belastingplichtige de tijdens de betaalpauze verschuldigde, maar feitelijk niet betaalde rente in aftrek kan brengen. De verschuldigde rente kan alleen in aftrek worden gebracht wanneer de rente alsnog in 2020 wordt betaald of in 2020 rentedragend is geworden. In het besluit wordt toegelicht wanneer de verschuldigde rente fiscaal aangemerkt kan worden als rentedragend.
Een eventuele schuld die een belastingplichtige aangaat voor het inhalen van de renteachterstand, is overigens altijd een box 3-schuld.